Autoweg Bong
Ti
3-12-2013
Andere benaming
Bonti, Kamp 24
Ligging
Bij de plaats Bong Ti lag één der kampen van de
Tavoy-weg (de weg van Wang Po aan de Birma-spoorweg naar Tavoy aan de
westkust). Dit kamp lag ongeveer 30 km ten westen van het spoorwegkamp Wang
Po – 114. Het lag vlak bij de grens tussen Burma en Thailand, nog juist in
Thailand. |
Transporten
datum |
binnengekomen uit |
vertrokken naar |
aantal per
transport |
aantal in kamp |
type personen |
|
Wang Po - 12 |
|
100 |
|
kr |
|
|
|
|
|
kr |
|
|
|
|
|
kr |
|
|
Wang Po – 114 |
|
|
kr |
xx-04-1945 |
|
Wang Po – 114 (1) |
|
|
kr |
kr = krijgsgevangenen
(1) de volgende dag door naar Tarsao - 130
Werkzaamheden (januari-april 1945)
* verbreding van het jungle-pad tot een autoweg
* aanvoer van materiaal en voeding vanuit Wang Po
– 12
* afvoer van zieken naar het basiskamp
Omstandigheden
medische zorg twee
Nederlandse dokteren (Keizer en Verwoerd)
Drie
citaten uit brief 2-1-1946 van C.M.Windhorst:
Van Non Pladuk naar Wang
Po – 12 (Nova Zembla) Met de trein ging het
naar Wang Po en daar de rivier over.
We moesten mee met nog verschillende andere groepen werkers een weg
aanleggen, berijdbaar voor auto’s van Wang Po naar de kustplaats Tavoy in
Burma. De eerste 12 km van de weg was klaar en de eerste dag kwamen we in Nova
Zembla op 12 km van de rivier aan. De naam zegt het al, het was daar
gemeen koud. Niet alleen was het weer koude tijd, maar daar kwam nog bij, dat
dit bivak (een plaats was er niet) tusschen honderden meters hooge bergen
lag, zoodat de zon daar pas om 11 uur ging schijnen. Van Nova Zembla naar
Bonti De volgende dag moesten
we weer verder, nu een 1-persoons boschpad langs, eerst een zware klim de
berg over en dan nog 10 km vlak terrein. De tocht van 12 km vergde ook een
heele dag, want behalve onze eigen uitrusting hadden we nog een heele keuken
bij ons + gereedschappen voor de wegaanleg. Het bivak, waar we nu aankwamen,
werd ons vaste kamp, in de buurt van Thaise woningen; het grootste deel van
de bevolking was echter niet op de Jap gesteld en bijtijds verdwenen.De
menschen, die er nog rondliepen, waren een soort grensstam, vreeselijk vuil
in tegenstelling met de echte Thaisch. In de buurt van Bonti, zoo
heette het plaatsje, waren wat droge rijstvelden (leeg) en verder leefden die
menschen van de jacht en wat ze dan met handelen aan ons konden verdienen.
Onze ligging was nogal eenvoudig, het was droge tijd, dus de Jap vond, dat we
geen hutten noodig hadden en we lagen zoo goed en zoo kwaad het ging met onze
vodden van matjes en goeni-zakken op
de kale grond tusschen de mieren en ander ongedierte. Werkzaamheden in Bonti Onze ploeg kreeg nu als taak ons voedsel op te voeren
van Nova Zembla naar Bonti. We moesten elke morgen 12 km loopen naar Nova
Zembla, daar kregen we de 2 man een zak rijst en een mand groenten, visch,
zout etc. Meest ladingen van tusschen de 50 en 60 kg. De vracht werd dan
midden aan een lange bamboe gebonden, voor en achter een mannetje en daar
ging die 12 km terug, eerst nog de zware berg over, op de top rust en daarna
nog twee rusten naar Bonti. ........ Eenmaal heb ik voor malaria 3 dagen rust
gehad, de rest van de 2 maanden, dat er zat, heb ik elke dag gesjouwd. |
Literatuur
Achter Kawat en gedek (uitgave van “De Nederlandse
Padvinders”), 1947, pg 77
Cannoo, J.M. – Bushido, 1947, pg 189-194
Leffelaar, H.L. en E. van Witsen – Werkers aan de
Burma-spoorweg, 1982, pg 258
Quast, J.C. – Wanpo-Tavoy Road 1944/1945,
Stabelan 21/2 (dec 1994), pg 9-14
Veer, F.J. en E.E. van der – Een man zonder ring,
1995, pg 6
Windhorst, C.M. in Horn-Windhorst, Juliëtte –
Overleven langs de Birma-Siam Spoorweg, 2013, pg 111