Prauw 18+19
20-1-2012
EILAND |
STAD |
1e
KAMP |
A/V |
DATUM |
kr |
DODEN |
Moena |
Raha |
|
V |
13-4-1945 |
50 |
|
Celebes |
Badjoa |
|
A |
16-4-1945 |
50 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Makassar: Mariso-kamp |
A |
17-4-1945 |
50 |
|
A=Aankomst, V=Vertrek;
kr=krijgsgevangenen
De
Prauwen
18 en 19 (beide open zogenaamde invasieprauwen) vertrokken op 13-4-1945
met 50 krijgsgevangenen uit het kamp Raha
op Moena naar Celebes. De krijgsgevangenen waren afkomstig uit de werkkampen
op de Molukken en Flores, maar waren bij evacuatie naar Java blijven steken
in het Raha-kamp op Moena. Zij waren daar op 14-10-1944 aangekomen; op
8-11-1944 werd een eerdere poging ondernomen om de krijgsgevangenen van Moena
af te voeren, maar de Prauwen 16 en 17 werden vlak bij
Moena door bommenwerpers ontdekt en getorpedeerd. Dit keer voeren de Prauwen
18 en 19 zo dicht mogelijk langs de zuidkust van de Oostelijke
"poot" van Celebes en voeren vervolgens de Golf van Bone in en
staken deze over in westelijke richting. Op
16-4-1945 bereikten de Prauwen 18 en 19 Badjoa, gelegen
aan de oostkust van de westelijke "poot" van Celebes. In de
stromende regen gaan de mannen aan wal en werden opgevangen in een
rijstloods. Midden in de nacht stortte het dak in (door het vele regenwater),
de krijgsgevangenen werden bedolven door bamboehout van het dak; er raakten
diverse mannen gewond, dokter Forbes moest eerste hulp verlenen. Op
17-4-1945 werden de mannen opgehaald door twee vrachtwagens en in een duivels
tempo reden zij richting Makassar; tegen de avond bereikte men Makassar. De
groep mannen werd ondergebracht in het vroegere kampement van de Marine, het
zogenaamde Mariso-kamp. |
Literatuur
Audus, Leslie J. – Spice
Island Slaves, 1996
Dulm,
J. van e.a. - Atlas Japanse Kampen, Deel I, 2000, pg 197 (Mariso-kamp), 202
(Moena)
Veenstra,
J.H.W. - Als krijgsgevangene naar de Molukken en Flores, 1982, pg 321-322
Witsen,
E. van - Krijgsgevangenen in de Pacific-oorlog, 1971, pg 206
Index Zeetransporten Overzicht Molukken-Soerabaja