Prauw 20+21
20-1-2012
EILAND |
STAD |
1e
KAMP |
A/V |
DATUM |
kr |
DODEN |
Moena |
Raha |
|
V |
28-7-1945 |
60 |
|
Celebes |
Badjoa |
|
A |
1-8-1945 |
59 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Makassar: Mariso-kamp |
A |
9-8-1945 |
59 |
|
A=Aankomst, V=Vertrek;
kr=krijgsgevangenen
De
Prauwen
20 en 21 (beide zogenaamde laadprauwen) vertrokken op 28-7-1945 met 60
krijgsgevangenen van Moena naar Celebes; onder leiding van majoor Mossford.
De krijgsgevangenen waren afkomstig uit de werkkampen op de Molukken en
Flores, maar waren bij evacuatie naar Java blijven steken in het kamp Raha op Moena. Zij waren daar op
14-10-1944 aangekomen; op 8-11-1944 werd een poging ondernomen om de
krijgsgevangenen van Moena af te voeren, maar de Prauwen 16 en 17 werden
vlak bij Moena door geallieerde bommenwerpers ontdekt en getorpedeerd. Vervolgens
brachten de Prauwen 18 en 19 een groep van 50 krijgsgevangenen naar
Celebes, waarbij de prauwen zo dicht mogelijk langs de zuidkust van de oostelijke
"poot" van Celebes voeren en vervolgens de Golf van Bone overstaken
in westelijke richting naar Badjoa. Dit keer voeren de Prauwen 20 en 21
dezelfde route. Op
1-8-1945 bereikten de Prauwen 20 en 21 Badjoa, gelegen
aan de oostkust van de westelijke "poot" van Celebes. Zij werden
weer ondergebracht in dezelfde rijstloods als bij de voorgaande vaart. Op
9-8-1945 werden de mannen opgehaald door twee vrachtwagens en reden zij
richting Makassar; tegen de avond bereikte men Makassar. Ook deze groep
mannen werd ondergebracht in het vroegere kampement van de Marine, het
zogenaamde Mariso-kamp. |
Literatuur
Audus, Leslie J. – Spice
Island Slaves, 1996
Dulm,
J. van e.a. - Atlas Japanse Kampen, Deel I, 2000, pg 197 (Mariso-kamp), 202
(Moena)
Veenstra,
J.H.W. - Als krijgsgevangene naar de Molukken en Flores, 1982, pg 323-325
Witsen,
E. van - Krijgsgevangenen in de Pacific-oorlog, 1971, pg 206
Index Zeetransporten Overzicht Molukken-Soerabaja