Spoorlijn                    Rintin - 181                    Thailand

 

                                                                                                                                                                         13-11-2013

Andere benamingen

Rin Tin, Rinten, Lin Thin

 

Ligging

Dit kamp lag 181 km van Non Pladuk. Het was eerst alleen een werkkamp, later (toen dat gedeelte van de spoorbaan klaar was) een doorgangskamp voor groepen, die naar hoger gelegen kampen onderweg waren. Door het zeer grote aantal sterfgevallen kreeg dit kamp de bijnaam “dodenkamp”. Het werd na 3 maanden gesloten (ivm een ernstige dysenterie-epidemie).

Naast het oorspronkelijke kamp werd later (in 1944) een klein neven-kamp gebouwd. Mogelijk werd alleen dit kamp aangeduid met de naam Lin Thin.

 

Kampcommandanten

Sgt Ujii

 

Transporten

datum

binnengekomen

uit

vertrokken

naar

aantal

per

transport

aantal

in

kamp

type

personen

1943

HOOFDKAMP (WERKKAMP)

 

 

 

02-02-1943

Ban Pong – 5 (1)

 

1000

1000

kr (2)

xx-02-1943

Kinsayok – 171

 

500

1500

kr (3)

02-05-1943

 

Brankasi - 208

 

0

kr

02-05-1943

Ban Pong-5 (4)

 

40 (5)

40

kr (6)

 

 

 

 

 

 

1944

NEVENKAMP

 

 

 

 

15-09-1944

Chungkai – 57

 

300 (7)

300

kr

xx-xx-19xx

 

Evacuatie

 

0

kr

Afkortingen/Noten
kr = krijgsgevangenen

(1) met vrachtauto’s naar Tarsao - 130, volgende dag met vrachtauto’s naar Kinsayok - 171, dan lopend

(2) Australiërs

(3) Nederlanders

(4) na 10 nachtmarsen aangekomen

(5) deel van groep van 600 man, aangekomen met Trein 60 (Java Party 12), rest ging door naar hoger kamp

(6) deze kr moesten 3 nieuwe barakken bouwen, daarna de weg naar boven verharden

(7) 100 Nederlanders en 200 Engelsen

 

Route 500 Nederlanders Kinsayok-Rintin februari 1943 (Ds Hamel – Soldatendominee, hoofdstuk 10)

Na weken van niets-doen (wachten) in Kinsayok waren de mannen verheugd in actie te komen. De mannen waren zwaar bepakt met spullen, die de Jappen hadden meegegeven voor de bouw van het nieuwe kamp. Er werd stevig doorgelopen, de weg voerde door een heuvelland, rechts en links bos. Bij een snel-stromend riviertje werd halt gehouden, sommigen baadden en wasten zich. Op deze plaats zijn twee krijgsgevangenen gevlucht; bij aankomst in Rintin rond 16 uur werd appèl gehouden: twee mannen ontbraken (deze werden later weer gevan­gen genomen).

In Rintin waren vele bekenden aanwezig, verhalen werden uitgewisseld. Ds Hamel bezocht de zieken-tenten: de toestand was afschuwelijk, dood-zieke krijgsgevangenen lagen op de grond, soms zonder kleding, zonder dekens.

De volgende morgen ging de groep van 500 Nederlanders verder en bereikte Bangan 214, een beter kamp met een goede leider. Ds Hamel bleef achter in Rintin.

 

Werkzaamheden van groep van 40 man mei 1943 (boek M.F. van Ling, pg 21)

Zo liepen wij 10 nachten achter elkaar, totdat we eindelijk onze bestemming bereikten, d.w.z. voor 40 man, waaronder mijn broer en ik. De rest ging de volgende avond verder.

Het verwaarloosde kamp, waar we nu zaten, bleek het beruchte kamp Rintin te zijn. Meer dan de helft van de bewoners had het niet overleefd vanwege malaria en cholera. Onze eerste taak was de oude vervallen barakken af te breken en nieuwe te bouwen. In totaal moesten er 3 barakken en een onderkomen voor de bewakers gebouwd worden. De barakken waren 60 meter lang en lagen 2 meter van elkaar. Bij de bouw kwam geen spijker, schroef of ijzerdraad aan te pas. Bamboe was volop aanwezig, de verbindingen bestonden uit gaten waardoor bamboepinnen werden gestoken en met bamboetouw (zelf gemaakt van de schil van de jonge bamboe) vast gesjord. Als dakbedekking werd atap (door Thaise bevolking geleverd) gebruikt. Toen ik op het dak moest werken ontdekte ik, dat ik last had van hoogtevrees. Ik zorgde er altijd voor om op de begane grond te werken. We presteerden onder zware druk van de Jap in 2 dagen een barak te bouwen. Dus de 3 barakken waren binnen een week klaar. Een dag later waren ze al bewoond door nieuw aangekomen krijgsgevangenen. Onze groep van 40 man sliep intussen in 2 tenten.

Onze volgende taak was het onderhoud van een bestaande onverharde weg van Rintin naar Kuye, dat 10 km verderop lag. Omdat intussen de regentijd was begonnen, moesten we op de eerste plaats zorgen voor de afwatering, d.w.z. afvoersloten graven en grote kuilen in het wegdek opvullen met alles wat voorhanden was. Geregeld strandden Japanse voertuigen met oorlogsmateriaal en voeding in het kleiachtige wegdek. Wij moesten dan de voertuigen zo snel mogelijk uit de blubber trekken, wat bijna een onmogelijke taak was. Alles moest met gebrekkig gereedschap gebeuren. Als het niet snel genoeg ging, kregen we van langs. Dat gebeurde maar al te vaak.

 

Werkzaamheden

Februari-mei 1943: aanleg spoorbaan; lange werkdagen (9.00 uur tot 19.00 uur, later nog langer)

Mei 1943: kloof in de rotsen maken

September 1944: loodsen bouwen voor de locomotieven (tegen luchtaanvallen)

 

Omstandigheden

baden                    in rivier

hygiëne                 zeer slecht (vies, stank, luizen)       

gezondheid           slecht, doortrekkende groepen verspreiden dysenterie; dokter Versteeg

medische zorg     dokter Versteeg

zieken                   veel dysenterie; februari 1943: meer dan 1000 zieken; kamp in mei 1943 gesloten

geneesmiddelen   geen

sterfgevallen        zeer veel (dodenkamp); 231 mannen op kerkhof

 

Literatuur

Bartheld, M.von - Krijgsgevangenen bij de Birmaspoorweg, 2000, pg 53-60 (september-december 1944)

Brinks, W.F. - in J.C.Hamel - Soldatendominee, 1975, pg 160

Broekroelofs, E. – Persoonlijke mededeling

Coast, John - Railroad of death, 1946, pg 106 (doorreis mei 1943)

Douwes, A.H. – NIOD-dagboek 234

Duparc, H. in Leffelaar, H.L. en E. van Witsen - Werkers aan de Burmaspoorweg, 1982, pg 156 (werkkamp)

Duparc, H.J.A. - Verslag, NIOD, IC 048860 (januari - april 1943)

Hamel, J.C. - Soldatendominee, 1975, hoofdstuk 10 en 11, pg 107 en 130

Jong, J.G. de - Proces verbaal, NIOD, IC 001270 (maart 1943)

Leffelaar, H.L. en E. van Witsen - Werkers aan de Burmaspoorweg, 1982, pg 142

Ling, M.F. van – De Birmaspooweg, Mijn oorlogsherinneringen... (mei 1943, uitgave in eigen beheer)

Maaswijk, M. van – Zwerftocht naar Arifina, pg 37-56

Overdijkink, J.J.J. – Verslag (familie-archief)

Porte, H. - De gele hel, 1946, pg 60 (in doorgangskamp, april 1943)

Röge, J.D.A. in Heijmans-van Bruggen, M. - De Birma-Siam spoorlijn, 2001, pg 108 (doorreis, maart 1943)

Sorgdrager, Donald - Kamperen met oom Nippon, NIOD, IC 081843, pg 116-124 (oktober 1944 - maart 1945)

Wildeboer, J. - Verslag, NIOD IC 081806, pg 27 (doorreis mei 1943)

Witsen, E. van - Krijgsgevangen in de Pacific-oorlog, 1971, pg 111

 

 

Plattegrond Rintin

 

 

Index                    Kampen Birma-spoorweg